Reinier Laman Trip (61) uit Zoetermeer zorgde ruim drie jaar voor zijn zieke vrouw Linda Westendorp. Hij kreeg daarbij elke donderdag hulp van vier vriendinnen van Linda: Hannie Boom (69), Anita Brinkman (71), Catrien Theil (71) en Andy Deierkauf (67). Catrien en Andy zijn ook aanwezig bij ons gesprek.
Reinier: “Linda overleed mei vorig jaar aan PLS, een vorm van ALS. Deze diagnose kreeg zij eind 2012, na heel veel onderzoek. Uiteindelijk kon ze nog maar weinig. Ze kon niet meer lopen en we moesten al snel een ABC-kaart gebruiken zodat ze met haar ogen kon aanwijzen wat ze bedoelde. Praten ging niet meer.
Voor die ruim drie jaar mantelzorg kreeg ik van de stad het Mantelzorgbeeldje 2016. Tijdens de uitreiking benadrukte ik dat het relationele aspect en in mijn geval de onmacht over niet goed kunnen communiceren, veel zwaarder zijn dan de feitelijke zorg. Linda kreeg veel thuiszorg, ook omdat ik fulltime werkte.
Ik werkte veel vanuit huis, maar om het schema rond te krijgen heb ik een beroep gedaan op onze dochters en Linda’s vriendinnen. Bij hen is echt sprake van mantelzorg: er bestaat al een sociale relatie en als iemand binnen die relatie hulp nodig heeft, geef je die vanzelfsprekend. Linda had dat ook gedaan als een van haar vriendinnen hulp nodig gehad zou hebben.”
Catrien: “Wij waren inmiddels gepensioneerd, dus we kwamen graag helpen. Ik heb er geen seconde over getwijfeld.”
Andy: “Als je een goede vriendin zo achteruit ziet gaan, dan wil je iets doen. Dus eigenlijk vond ik het wel fijn dat Reinier ons vroeg.”
Reinier: “Ik heb een handleiding geschreven die de mantelzorgers, maar ook de thuiszorg, konden gebruiken. Linda was vaak overstuur omdat ze niet kon uitleggen wat ze bedoelde. Voor mij was die wederzijdse onmacht uiteindelijk het zwaarst.”
Catrien: “Ik vond het ook moeilijk om Linda zo te zien, maar ik was heel blij dat jij – en wij een beetje – ervoor zorgden dat ze thuis kon blijven wonen.”
Reinier: “Het hielp me erg dat ik de zorg uit handen kon geven aan vertrouwde mensen. Daarnaast had ik veel aan het Steunpunt Mantelzorg en ben ik ook mijn werkgever, de gemeente Zoetermeer, zeer dankbaar dat die mij de ruimte gaf om mijn vrouw tot haar einde te kunnen helpen.”