Sonja Adriaansz is 52 jaar oud en woont in Zoetermeer, naast de yogaschool waar ze les geeft. In 2010 overleed haar man na een aantal heftige maanden waarin Sonja zijn mantelzorger was. In 2014 overleed haar moeder, die zij ook een aantal maanden heeft verzorgd. We vroegen Sonja naar haar ervaringen.

Hallo Sonja, kun je ons iets vertellen over je leven?

“Ik woon sinds mijn man overleden is alleen in dit prachtige grote huis, ik heb geen kinderen. Hier naast zit mijn ‘Yogastudio Balans’, waar ik zeven keer per week les geef. Hiervoor werkte ik ook nog als HR-adviseur bij de Belastingdienst, maar daar ben ik in 2014 mee gestopt, dat is me op een gegeven moment erg tegen gaan staan en ik ben blij dat ik die keuze gemaakt heb.”

Heb je naast de yoga nog andere hobby’s of dingen die je graag doet?

“Als het uitkomt reis ik erg graag, dat is iets wat tijdens de zorg voor mijn man en mijn moeder natuurlijk niet kon. Ik ben bijvoorbeeld twee keer naar India geweest, daar heb ik me verdiept in de Arjurveda, een leer die gaat over balans. Ik was natuurlijk erg uit balans na de dood van mijn man en het heeft me geholpen om mijn rust te vinden na alles wat er gebeurd is. Het is wel echt iets voor mezelf, niet iets wat ik bijvoorbeeld gebruik in mijn yogalessen, daarvoor weet ik er te weinig van. Ook ben ik naar Cuba geweest, met dat land heb ik ook een sterke band gekregen, des te meer omdat ik daar mijn nieuwe liefde heb ontmoet. Mijn komende reizen zullen dan ook wel richting Cuba gaan.”

Kun je wat vertellen over de zorg voor je man en je moeder?

“In beide gevallen ging het eigenlijk om kortstondige, heftige zorg. Mijn man en moeder werden vrij snel erg ziek. Bij beiden wist ik dat het ernstig was en dat het niet lang zou duren voordat ze zouden overlijden. Hoewel je dit een ander niveau toch ook eigenlijk weer niet weet… of niet wilt weten.”

“Mijn man had kanker, de zorg kwam er eigenlijk op neer dat ik er continu voor hem moest en wilde zijn. Hij kon niet veel meer, zijn maag zat vol met tumoren dus zelfs eten ging heel moeilijk. Ik moest zijn eten bereiden met een sapcentrifuge, en zo zijn er natuurlijk nog ontzettend veel andere dingen die moesten gebeuren. Zorg betekende in dit geval dus vooral: er zijn. Ik kon natuurlijk zo nu en dan wel met vrienden en kennissen regelen dat zij tijdelijk bij hem konden zijn maar het meeste kwam natuurlijk wel op mijn schouders, zeker omdat ik geen kinderen heb om op terug te vallen.

Mijn moeder was natuurlijk een stuk ouder maar ging ook plotseling snel achteruit. Ze had lymfeklierkanker. Ze moest iedere dag iets inleveren; hiermee bedoel ik dat er bijna elke dag wel iets bij kwam dat ze niet meer kon. Dit was voor haar ontzettend moeilijk, omdat ze altijd een zelfstandige vrouw was geweest. Tot op hoge leeftijd slikte ze geen medicijnen en ging ze vrijwel dagelijks op de hometrainer. En toen lukte het haar ineens niet meer om zelf op te staan, of om haar kant-en-klaar maaltijden in de magnetron te doen. Ze werd in alles afhankelijk van andere mensen. Ik kon gelukkig met een vriendin van mijn moeder, die in dezelfde flat woonde, afspreken dat zij regelmatig bij mijn moeder was, maar het is natuurlijk nog steeds een ontzettend grote belasting. Zelfs toen mijn moeder de laatste weken van haar leven in een verzorgingstehuis woonde had ik toch het gevoel dat ik er elke dag bovenop moest zitten. Je wilt toch dat alles goed verloopt en ondanks dat die mensen hun stinkende best doen gaan er door de hoge werkdruk toch vaak dingen niet goed.”

Heeft het je veranderd?

“Ja… toch wel, ik ben meer in het nu gaan leven. Je beseft je toch dat het zomaar ineens afgelopen kan zijn. Ik ben ook gestopt met plannen, zo denk ik niet meer na over wat ik over vijf jaar zal doen of wil gaan doen. Dit heb ik overgehouden aan de periodes dat ik voor mijn man en moeder zorgde, ik bekeek per dag wat er moest gebeuren, kon eigenlijk niet verder kijken dan de volgende afspraak in het ziekenhuis. Ik denk ook dat dit de enige manier is waarop je het vol kunt houden. Ik herinner me nog dat een vriend een hele dag op mijn moeder zou passen. Ik heb kennissen in België en bedacht me dat ik daar naar toe zou kunnen gaan, maar uiteindelijk ben ik de hele dag thuis gebleven en heb ik een beetje opgeruimd. Ik wist het gewoon niet meer en het lukte me niet om zoiets te ondernemen.”

Heb je wel eens mantelzorgers in de yogales?

“Ja, ik heb wel een aantal mensen in mijn les die ook mantelzorger zijn. Zij ervaren de yogalessen als rustgevend en sommigen zeggen zelfs dat het iets is wat ze echt niet kunnen missen, ook al is het maar voor die vijf kwartier per week. Je wordt echt gedwongen om voor een korte periode met jezelf bezig te zijn. Je kunt niet worden afgeleid door de dingen die je nog moet doen of door een binnenkomend berichtje op je telefoon. Je bent echt even aan jezelf aan het werken.”
Welke tips zou je andere mantelzorgers mee willen geven?
“Ik heb natuurlijk alleen ervaring met relatief korte, heftige zorgperiodes, dus ik kan geen tips geven aan mensen die te maken hebben met iemand die chronisch ziek is. De belangrijkste tip is denk ik ook om gewoon naar je gevoel te luisteren. Veel mensen zullen je bijvoorbeeld vertellen dat je af en toe een dagje voor jezelf moet nemen, maar als je je daar niet prettig bij voelt moet je dat vooral niet doen. Ik had dat ook, een kwartiertje naar de zonnebank vond ik wel fijn, ondanks dat dat eigenlijk helemaal niets voor mij is, maar een halve dag weg zijn vond ik niet prettig.”

“En probeer, hoe moeilijk het ook is, jezelf de ruimte te geven om ook de leuke momenten te herkennen. Zo sliep ik vaak bij mijn moeder, die dan de hele nacht door het huis aan het schuifelen was, om de tien minuten moest ze naar het toilet. Een keer liep ik midden in de nacht naar haar kamer waar ze op de rand van haar bed zat. Ik vroeg haar wat ze daar deed, of ze misschien naar de wc moest? ‘Ik weet eigenlijk niet wat ik wil doen’, antwoordde ze. ‘Wat dacht je van slapen?’ antwoordde ik toen. Toen hebben we samen heel lang de slappe lach gehad.”